Bergse Bartje: Even was het stil....
Het was even stil. Tenminste ik was even stil. En dat kwam niet omdat ik prins Carnaval ben geworden of omdat ik de afgelopen tijd als hulp van de goedheiligman op pad moest. Ik was even offline. Gin internet dus, in algemeen beschaafd Bergs. En dat beviel me goed. Even lekker niks. Deze week was het weer uit met de pret. De computer moest weer aan en ik had een hele volle digitale brievenbus. Ik worstelde me door mail van het
energiebedrijf (‘alles wordt duurder’), de verzekeringen (‘alles wordt minder of ge moet mier betoalen’) en familie en schoonfamilie die “leuke dingen” willen gaan doen aan het eind van het jaar. Na een uurtje was ik er doorheen en had ik het meeste berichten onbeantwoord weggemikt. Dan maar even kijken naar het nieuws van de afgelopen tijd. Wa is d’r gebeurt op d’n harde weg? Een heleboel! We hebben een nieuwe carnavalsprins, Bergè is bijna onbereikbaar door alle wegwerkzaamheden, de pastoor maakt ruzie met z’n vrijwilligers en al ruim voor Sinterklaas zie je overal kerstbomen. Niks heel bijzonders eigenlijk. Op één ding na. Het gebeurde niet in Berghem, maar ik wil er toch even bij stilstaan. Vroeger toen ik een jaar of vijftien was, voetbalde ik ook. Niet heel goed, maar ik deed mijn best als onopvallende middenvelder in een onopvallend team met B-junioren. We trainden twee keer in de week en zaterdag werd er voor het echie gespeeld. We wonnen wel eens, we verloren vaker. Geen toppers dus, maar één ding kon je ons nageven: we waren elke wedstrijd fanatiek. En dan gebeurde er wel eens wat. Een iets te grove overtreding of een flinke scheldkanonnade naar de arbitrage. Niet goed, maar daar werd je dan voor gestraft. Terecht meestal. Niet altijd, want soms was de scheidsrechter ook een eikel en vaak was de vlagger de leider van onze tegenstander. En die zag de wedstrijd weleens anders dan in het spelregelboekje stond. Niet terecht, maar het gebeurde aan onze kant ook. Het leidde soms tot frustraties, maar de meeste zaterdagen waren gewoon leuk. Fijn dat leiders, trainers, grensrechters en scheidsrechters dit mede mogelijk maken. Lekker ballen met z’n allen en daarna opscheppen over die ene goede pass, of dat, al dan niet gelukkige, werelddoelpunt. Voetbal is het mooiste wat er is. Toen ik het bericht las over die grensrechter die overleed nadat hij door drie spelers van vijftien, zestien jaar mishandeld was, verdween even alles wat mooi is aan voetbal. Die snotjong waren boos over het verloop van de wedstrijd en de rol die de grensrechter daarin speelde. Boos omdat hij misschien een keer te vroeg vlagde voor buitenspel of een ingooi aan het verkeerde team gaf. Die boosheid leidde tot de dood van een vader die vrijwillig meehielp bij een onbeduidend wedstrijdje. Gewoon omdat hij voetbal een leuk spelletje vindt en zo wat kon bijdragen. Daar word ik weer even heel stil van. Dit weekend wordt er niet gevoetbald uit respect voor dit slachtoffer.
Dit weekend is voetbal even een rotsport !