Boerderij in de Buurt werd opgevoerd in Berghem, een verslag
Op zaterdag 6 oktober ’18 had toneelvereniging Amicitia, voor haar jaarlijkse toneeluitvoering, Agrarisch Erfgoed Nederland ingehuurd om ‘Boerderij in de Buurt’ op te voeren. Jan van Erp en Konrad Broekman hadden het optreden in Best gezien en het met steun van ZLTO, de gemeente en de RABObank naar Berghem gehaald. Volgens Jan: “Ik wilde een poging doen om verbinding tussen boer en burger te leggen.” Hoewel de opkomst wat mager was en er vooral meer ZLTO leden hadden mogen zijn -, door concurrentie van andere evenementen en het mooie weer - is die verbinding misschien toch geslaagd. Eindoordeel: "Er werd goed gespeeld, er was een goeie discussieleider en de ontknoping was ludiek"
Eerst het verhaal.
Het verhaal gaat over twee boerderijen die elkaar in de weg zitten: de een is een gangbaar melkveelbedrijf dat dóór wil en moet want er is een bedrijfsopvolging; op de andere boerderij woont Boris die wellness-trainingen geeft en bij wie de schoonouders inwonen. Nu nog in een caravan, al vijf jaar, maar het is de bedoeling dat ze een schuur gaan verbouwen. Maar wooncontingenten, stankcirkels, etc zorgen ervoor dat van die verbouwing niets terecht komt. Bovendien gaat alles van kwaad tot erger als de buurt een bezwaarschrift tegen de uitbreiding van het bedrijf van boer Bart ondertekent.
Wat moet er gebeuren? Saar, de gebiedsmanager speelt in het stuk de verbinding tussen de diverse bewoners en de gemeente. Zij heeft een belangrijk rol maar loopt ook vast.
Na al die verwikkelingen wordt het stuk stilgelegd en de zaal gevraagd mee te denken over oplossingen. Na de discussie van een half uur wordt de eindscene gespeeld. De oplossing die wordt uitgespeeld is voor velen misschien wat al te gortig: Bart doet het vee weg en gaat in kamelen. Eind goed al goed.
Hoe verliepen de beide discussies? want daar gaat het om.
Bij beide gelegenheden was een gemêleerd gezelschap; dorpelingen, boeren, politiek, erfbetreders in de zaal. Dus er kon vanuit verschillende standpunten worden geredeneerd. Vanuit de gemeente - en ook der sector zelf - wordt benadrukt dat de agrarische sector in zwaar weer is beland. Nu weer door de fosfaatmaatregelen. Om een citaat uit het stuk te gebruiken: “Het stormt en het waait niet over!”
Hoezeer je ook probeert alle aspecten, zoals economie, ecologie maar ook ruimtelijke en maatschappelijke overwegingen een plek te geven, het blijft bij de agrarische ontwikkeling telkens ‘emotie’ en afwegen. Wat is de ruimte in het beleid en in het toepassen van de regels? De wethouder: “Naarmate de Raad strikter is, is B&W ook met handen en voeten gebonden.” Want, zo werd gezegd: "Vaak hebben boeren niet zozeer ‘last’ van burgers, maar van de wet- en regelgeving. Het vraagt om meer maatwerk en flexibiliteit van de gemeente, want door lange procedures haken initiatieven af”.
Dan hebben we het over de agrarische ontwikkeling. Maar wat te doen met al die boerderijen die vrijkomen? "Of het nu gaat om agrarisch erfgoed of VAB's (Vrijkomende Agrarische Bedrijfsgebouwen) in de gemeente Oss krijgen we in de toekomst veel te maken met stoppende boeren". Of, zoals de wethouder van Oss zegt: “Leegstaande boerderijen zijn misschien een issue maar we hebben ook 65 kerken/kloosters & instellingen in de gemeente.” Bovendien, je kunt als gemeente niet heel veel doen, want het initiatief ligt bij de eigenaar en daar heb je als overheid maar beperkt invloed op.
Conclusie.
We willen allemaal een vitaal en gezond en gezellig en aantrekkelijk platteland. Alles valt of staat met communiceren! Meedenken, medewerking en oplossingsgericht werken van alle partijen is daarbij van belang: boeren, burgers en gemeente.
Na afloop werd nog lang nagepraat.
De aangeleverde foto is gemaakt door Bert Akkermans !
Groeten, Jan van Erp en Ankie van Erp.