Registeren Inloggen

Dorps- en buurthuizen vallen om door hoge energiekosten

Dorps- en buurthuizen komen in grote problemen door de torenhoge energietarieven. Voor de meeste locaties geldt dat verwarming en stroom de grootste kostenposten zijn. Het meeste werk gebeurt door vrijwilligers. Een andere grote kostenpost is soms de huur. De eerste dorpshuizen gaan minder uren open en er zijn er al die gaan sluiten. De Landelijke Vereniging voor Kleine Kernen (LVKK) wil dat de verschillende overheden bijspringen om deze dorpscentra te redden.

7 dagen per week open

De kosten van bijvoorbeeld dorpshuis de Berchplaets in Berghem, een van de kerkdorpen van Oss, gaan met tienduizenden euro’s omhoog. Bestuurder Ellen Beenhakker is bezorgd: “Die energielasten hangen als een donkere wolk boven ons dorpshuis, je wilt de mensen welkom heten maar hoe moeten we die energiekosten betalen?” En Beenhakker ziet tegelijkertijd dat de functie van het buurthuis steeds belangrijker wordt. Het buurthuis is dagelijks geopend van ’s ochtends vroeg tot ongeveer 11 uur ’s avonds, 7 dagen per week.

Warmtepomp

In 2013 werd een warmtepomp geplaatst om van het gas af te zijn. Dat betekende gelijk meer dan 100.000 kilowatt verbruik aan stroom. “Niet op te brengen met de huidige stroomkosten,” constateert Beenhakker. De Berchplaets probeert een manier te vinden om toch een aangename plaats te bieden voor de inwoners, maar de kosten te drukken. Beenhakker hoopt niet dat het zover komt dat ze het hele gebouw moeten sluiten.

Vooral vrijwilligers

En zoals de Berchplaets zijn er duizenden dorps- en buurthuizen. Gemeenten, zoals Oss, vragen ook een ruime openingstijd aan de buurthuizen. En er is een experiment om mensen met een lichte zorgvraag overdag in het dorpshuis te laten doorbrengen. Maar daar zitten nogal wat haken en ogen aan. Dat zegt de Landelijke Vereniging voor Kleine Kernen (LVKK). Aangezien grotendeels vrijwilligers de buurt- en dorpshuizen runnen, is hiermee ook een behoorlijke verantwoordelijkheid bij hen neergelegd. Daarnaast betekent meer gebruik van het dorpshuis ook hogere kosten.

De provincie geeft extra geld

De dorps- en buurthuizen kijken voor extra geld naar de gemeente, naar de rijksoverheid, maar ook naar de provincie. Gedeputeerde Roy de Witte (CDA) van de provincie Overijssel ziet de problemen bij de dorps- en buurthuizen. De provincie geeft extra geld, maar verwacht daar ook vrijwilligersuren voor terug. En de provincie wil dat het dorpshuis voor meer mensen toegankelijk is en wordt.

“Dorpshuizen spelen een belangrijke rol. Vaak zijn er ook nog allerlei diensten ondergebracht als prikposten, inloophulp bij Belastingen en ga zo maar door,” zegt De Witte. De provincie is verder behulpzaam bij het verduurzamen van de dorps- en buurthuizen. Daarvoor verstrekken ze goedkope leningen en geven ze advies. Maar ook het Rijk zal bij moeten springen, aldus de gedeputeerde.

De reserves zijn op

Veel dorps- en buurthuizen hebben geen reserves meer. Na een paar jaar coronatijd, waarin nauwelijks omzet gedraaid werd, zijn de potten bijna leeg. Bijkomend probleem is dat iedereen de hand op de knip houdt. Dus ook bezoekers van een dorps- en buurthuis. Buurthuizen zien dat bezoekers zelf een drankje of hapje meenemen om kosten te besparen. Daarnaast komen er ook meer en meer mensen naar het dorpshuis toe om daar wat warmer te zitten dan thuis.

Horeca-opbrengst valt weg

Maar dorps- en buurthuizen zijn geen commerciële instellingen. Zaalhuur kost niet veel en het beetje omzet dat er is moet vaak uit de horeca komen. Maar als dat ook nog voor een deel wegvalt, in combinatie met ontzettende hoge kosten voor verwarming en stroom, dan houdt het op een gegeven moment op. En kunnen dorps- en buurthuizen het zonder extra financiële ondersteuning niet lang meer volhouden.

Tijdens de coronatijd zijn enkele tientallen miljoenen uitgetrokken om dorps- en buurthuizen open te kunnen houden. Of dit opnieuw gebeurt, maar nu voor de energiekosten, kunnen de betrokken ministeries nog niet zeggen. Het wachten is op Prinsjesdag, zegt een woordvoerder van het Ministerie van Binnenlandse Zaken.

5 over 12

De situatie is bijzonder nijpend, concludeert Theo Andreae namens LVKK in Meldpunt. “Vaak spreken we over dat het 5 voor 12 is. Maar ik denk in dit geval dat het wel 5 over 12 is.” Hij wijst op de meest recente onderzoeken van een half jaar oud dat toen al bleek dat 66 procent van de dorpscentra aan het eind van dit jaar in de problemen komt. En een nieuw onderzoek moet er nog aan komen. “Ik vrees dat die cijfers nog ernstiger zullen zijn.”

Beide sprekers vinden dat er niet alleen compensatie moet komen van de overheden. “Maar ook moeten ze strategisch omgaan met deze plekken,” zegt De Witte. Want als geld, kennis en betrokkenheid op die plekken bij elkaar blijven komen, dan moet het weer lukken net als tijdens corona.

Geef een reactie

Reactie

    Niet kwaad bedoeld maar elke(!) doelgroep is aan het roepen dat ze omvallen door de hoge energiekosten en vragen om steun. Denk aan bakkers, musea, bibliotheken, supermarkten, groente- en fruit telers, bloementelers, stations, stadions, verzorgingshuizen, sportverenigingen, zwembaden, grote- en kleine winkeliers enzovoort enzovoort. Wij (U en ik) kunnen deze gevraagde steun met zijn allen nooit opbrengen temeer omdat we zelf ook met de hogere kosten geconfronteerd worden. Immers, die steun moet vanuit belastinggeld betaald worden. En, wordt de soep zo heet gegeten als opgediend? Krijgen we echt die horrorwinter compleet met elfstedentocht? Of wordt het gewoon een matige winter met zo nu en dan een nachtvorstje? Afwachten maar dus en niet “met de wolven meehuilen”?